Horizon College | Word de beste versie van jezelf

Wijkleermakelaar

Claudia's columns

Introductie van Claudia

In onze wijkleercentra in Koggenland, Medemblik en Hoorn geven studenten van de opleiding Helpende Zorg & Welzijn lichte ondersteuning aan de wijkbewoners. Zij brengen hun opleiding direct in de praktijk.

Claudia Heerens is als wijkleermakelaar de schakel tussen wijkbewoners, studenten en gemeente. In haar maandelijkse column deelt Claudia wat zij meemaakt met studenten en cliënten in de wijkleercentra van het Horizon College.

Voor altijd in mijn hart

Column #12

Daar stonden we dan samen op een zaterdagmiddag op de parkeerplaats van het crematorium. Je gaf in de auto al aan dat je het best wel spannend vond om er bij te zijn. Mede ook omdat je de familie nog nooit had gezien of gesproken. Ik was alleen maar blij dat je mij twee dagen ervoor had geappt. Je gaf aan mij door dat jouw wijkleerklant was overleden. De vrouw die je ruim een jaar iedere week op donderdag bezocht. Ik weet nog goed dat ik jullie aan elkaar voorstelde. Jij een 16-jarige student, net begonnen aan de opleiding, maar nu al wist dat je met ouderen wilde werken en zo kwam je bij de 99- jarige mevrouw die alleen woonde en niet meer buiten kwam in verband met haar gezondheid.

Het zijn van die mooie momenten waarbij je bij het eerste ogenblik direct weet dat het goed zit. Dat ze een soort klik hebben. Jij en mevrouw hebben het afgelopen jaar samen gelachen, gehuild en vele verhalen verteld. Het was voor jou een uitje om naar haar toe te gaan en mevrouw keek iedere week uit naar je komst. Mevrouw kon de buitenwereld alleen nog zien vanachter een raam, maar jij als student bracht voor haar iedere week een beetje de buitenwereld mee naar binnen.

Een beetje onwennig liepen we het crematorium binnen. De familie stond in de hal te wachten. Er kwam iemand op ons aflopen. Ze stelde zich voor als de nicht van mevrouw. Ze vroeg aan ons wie wij waren. Jij stelde je voor en er kwam een brede glimlach op het gezicht van mevrouw. ‘Ooohhh…..jij bent het meisje dat mijn tante het mooiste laatste jaar heeft gegeven. Wat heeft ze toch van je genoten en wat keek ze toch uit naar je wekelijkse bezoekjes. Vol verhalen vertelde tante wat jij allemaal had meegemaakt en waar jullie zulke mooie gesprekken over hebben gehad.’ Jij werd direct aan iedereen voorgesteld en er volgden vele blije gezichten en omhelzingen. Ik zag ontroering bij jou, als 16-jarige student. Het voelde voor jou als een warme deken.

Tijdens de dienst heb ik mijn column, die ik eerder voor mevrouw had geschreven, voorgedragen. De column: ‘Het klokje tikt zoals’, was zo herkenbaar voor de familie. Ik heb mevrouw bedankt voor de mooie tijd die ze óók aan mijn student heeft gegeven. Deze ervaring zal je voor de rest van je leven meenemen. Nadat de dienst was afgelopen, liepen we samen naar de auto en zei je: ‘Bedankt dat u mee bent gegaan. Het is fijn om dit als laatste nog voor haar te doen. Ze blijft voor altijd in mijn hart’.

Het klokje tikt zoals...

Column #11

‘Nou goedemiddag, u bent vroeg! U bent een uur te vroeg!’ Voor mij stond een kleine, tengere vrouw in de deuropening. Ik had zojuist aangebeld omdat ik om 13.00 uur een afspraak met haar had voor een huisbezoek. Ik keek snel op mijn horloge en zag dat het precies 13.00 uur was. Ik keek haar verbaasd aan. ‘Eehhh nee hoor, het is bij mij één uur.’
‘Nou ja, maakt ook niet uit hoor, volgt u mij maar.’ Toen ik haar de woning in volgde, ging er opeens een lichtje bij mij branden. ‘Mevrouw, weet u wel dat vorige week de klok een uur vooruit is gegaan?’ Ze draaide zich om en keek mij met grote ogen aan. ‘Oooh, meen je dat nu werkelijk? Ik dacht al, ik wist dat het ergens deze periode was, maar wanneer? Ik heb het niet in de kranten zien staan.’ Met mijn jas nog aan volgde ik haar naar de woonkamer. Op de eettafel zag ik een klokje staan die inderdaad 12 uur aangaf. ‘Zal ik uw klok een uur vooruit zetten?’, vroeg ik. ‘Nou als je dat wilt doen, heel graag. Ik kan het namelijk niet zo goed meer zien.’

Zo gezegd zo gedaan, draaide ik het klokje een uur vooruit. Net toen ik mijn jas aan de kapstok wilde hangen, vroeg mevrouw: ‘Ik durf het bijna niet te vragen, maar zou je ook de klok in de keuken willen verzetten? Ik heb niemand die dat voor mij kan doen. Nou ja, wel de onderbuurman, maar die doet al zoveel voor mij.’ ‘Tuurlijk’, zei ik.

Met mijn jas nog aan volgde ik haar naar de keuken. Daar zag ik een keukenklok aan de muur hangen. ‘Eeehhh, daar kan ik zo maar even niet bij. Heeft u toevallig een keukentrapje?’, vroeg ik. ‘Ja hoor, die heb ik wel’, antwoordde mevrouw en ze liep gelijk naar de gang. In de gangkast stond inderdaad een keukentrapje. Nadat ik deze in de keuken had gezet, klom ik erop en pakte de klok van de muur. Ook deze draaide ik naar de juiste tijd. ‘Oh, nu je toch die klok in je handen hebt, kan je dan ook gelijk het batterijtje vervangen?’ ‘Ja hoor, tuurlijk doen we dat.’

Mevrouw liep weg en kwam terug met de batterijen. Ik hing hem weer terug op zijn plek en borg de trap op. Net toen ik weer mijn jas wilde uitdoen, zei mevrouw: ‘Ik ben best brutaal maar ik heb nóg een klok in mijn slaapkamer.. Zou u…’ ‘Tuurlijk’, zei ik. ‘Kom maar op, waar is uw slaapkamer?’

Daar stond een klok op het nachtkastje die in het Zuiderzeemuseum niet zou misstaan. Het was even zoeken maar uiteindelijk heb ik deze klok ook op de juiste tijd weten te krijgen. Zo zei ik: ‘Heeft u toevallig nog ergens een klok? Ze keek me glimlachend aan. ‘Nee, trekt u nu eerst maar uw jas uit en dan gaan we even zitten.’ Mijn jas hing ik aan de kapstok en nam vervolgens plaats tegenover haar op de bank. ‘Nou ik ben dus mevrouw S. en u heette ook alweer?’
Soms ben ik wel eens meer dan een wijkleermakelaar. 😊

Trots

Column #10

Ik zie je nog zitten tijdens de eerste schooldagen. Een beetje verlegen kijk je de klas rond. Er zitten allemaal vreemde studenten om je heen. In het wijkleercentrum was je nog nooit geweest dus voelde het voor jou waarschijnlijk wat onwennig.

Tijdens het speeddaten met mij was je in het begin wat verlegen. Je gaf aan dat je van het vmbo kwam. Toen ik je vroeg wat je doel was van deze opleiding gaf je aan dat je heel graag met kinderen wilde gaan werken. Hoe of wat wist je nog niet maar dat maakte je ook niet zoveel uit. Je zorgde nu ook al voor je zusje en broertje.

Je gaf aan dat je het niet makkelijk had thuis. Je vertelde dat je ouders gescheiden waren en dat je samen met je moeder, broertje en kleine zusje woonde. Ook gaf je, beetje binnensmonds pratend aan, dat jullie het niet breed hadden thuis. Maar dat je met je bijbaantje je moeder probeerde te ondersteunen. Het werd soms even stil tijdens het gesprek en keek je naar beneden.
Ik zag aan alles dat je het lastig vond om hierover te praten.

Ik matchte je in de wijk aan een plek op een peuterspeelzaal. Daar kon je rustig ontdekken hoe het werkte in een peuterspeelzaal en kon je proeven aan het beroep van pedagogisch medewerker. Wat heb ik je zien glunderen toen ik langskwam om te vragen hoe het ging. De kinderen waren stapelgek op je. Jij gaf aan dat je het gevoel had dat je jezelf mocht zijn. De begeleiding was ontzettend begaan met je en gaf je de ruimte die je nodig had.

Naarmate de tijd verstreek zag ik je groeien in je persoonlijkheid en werd je van een ietwat verlegen meisje een vrolijke puber. Wat steeg jij boven jezelf uit. Je vertelde me regelmatig dat je het gevoel had dat je gezien werd, dat je de aandacht kreeg die je nodig had.

En nu sta je hier, twee jaar later, tegenover een hele groep mensen. Samen met nog acht klasgenootjes ga jij vandaag die handtekening zetten onder een diploma dat jouw leven voorgoed gaat veranderen. Je hebt het zelf gedaan, je hebt er zelf enorm voor geknokt. Met vallen en opstaan ben je zover gekomen. Je hebt nooit opgegeven.

Nadat de krabbel is gezet, sta je op. Je prachtige jurk fladdert om je heen. Zelfverzekerd kijk je de mensen in de ruimte aan en sta je te glunderen met je diploma in je hand. Een enorm applaus volgt speciaal voor jou. Een glimlach komt wat onwennig op je gezicht.
Wat ben ik toch enorm trots! Jij bent een voorbeeld voor veel studenten. Studenten die na jou in het wijkleercentrum hun opleiding gaan doen en dezelfde droom hebben.

Jij komt er wel. Er ligt een prachtige toekomst voor je!

Dementie

Column #9

In het najaar van 2021 heb ik een student laten kennismaken met een echtpaar in Hoorn. Meneer had sinds een half jaar de ziekte van Alzheimer. Zijn vrouw vertelde mij eerder daarover: ‘Ik zie dat mijn man nu nog goed is, dus het zou fijn zijn als hij wat bezoek kreeg van een jonger iemand. Zo blijft hij actief, ziet u. Ik kan dan mooi ook even wat voor mijzelf doen.’ Ik had de student gevraagd of hij bekend was met de ziekte van Alzheimer. ‘Eh, eigenlijk niet. Maar ik ga het gewoon proberen.’

Samen wandelen
Zo zaten we op de dag van de kennismaking aan de keukentafel. Meneer vertelde mij dat hij het erg leuk vond om te gaan wandelen, maar dat hij soms even niet meer wist hoe hij terug moest komen. De student reageerde direct en stelde voor om dan samen te gaan wandelen.

Je zag het ongeloof op het gezicht van meneer. ‘Meen je dat werkelijk? Oh, wat zou dat fijn zijn!’ Hij keek even goedkeurend naar zijn vrouw. ‘Als we dan gelijk ook samen de krant kunnen lezen, zou dat geweldig zijn’, aldus meneer. En zo werd het wijkleren opgestart.

Hard achteruit
Inmiddels zijn we een goed jaar verder en is er in de tussentijd enorm veel veranderd. Het bleek dat meneer na de kennismaking nog drie maanden goed gelopen heeft. Daarna ging het niet meer en kwam meneer eigenlijk nauwelijks meer buiten. Al die keren is de student meneer trouw blijven bezoeken, maar de student zag en vertelde mij geregeld dat het hard achteruit ging met het geheugen van meneer. ‘Ik vind het best moeilijk om meneer zo te zien. Ik weet ook niet zo goed meer wat ik moet ondernemen met meneer’, vertelde de student mij.

Ook van andere studenten hoorde ik voorbeelden dat zij tijdens hun stage soms niet zo goed wisten hoe ze op bepaalde situaties moesten reageren. Dat snap ik. Ga er maar aan staan: iemand die steeds dingen herhaalt, zijn spullen of de weg steeds kwijt is. En dat niet één keer, nee, dat is constant, de hele dag door. Het is echt heftig om te zien!

Helaas ging uiteindelijk het wonen thuis niet meer en is meneer verhuisd naar een zorginstelling. ‘Hij liep de hele dag in huis achter mij aan, was steeds zijn ritme kwijt en dwaalde in de nacht het huis rond en viel dan steeds’, vertelde mevrouw met tranen in haar ogen. ‘Ik kan niet anders dan hem laten gaan. Ik sta hier echt machteloos in.’

Juiste begeleiding
Alle studenten van het wijkleercentrum hebben in het voorjaar van 2022 een training gevolgd van de Alzheimerstichting over de verschillende vormen van dementie en hoe ze het beste kunnen omgaan met mensen die een vorm van dementie hebben. Ze krijgen letterlijk tools om in te kunnen zetten. Doordat de studenten een training krijgen op het wijkleercentrum, zijn zij beter voorbereid op wat ze mogelijk kunnen tegenkomen in de praktijk.

‘Weet u Claudia, ik heb zoveel geleerd het afgelopen jaar. Het is echt heel spijtig dat meneer niet meer thuis kan wonen, maar ik denk dat hij nu wel de juiste begeleiding krijgt die hij nodig heeft.’

Ik denk dan maar één ding: dit had ik jou nooit kunnen leren vanuit een boek.

Claudia Heerens

Taalmaatje

Column #8

Onlangs heb ik weer een prachtige match gemaakt. Het zijn van die matches die mijn werk als wijkleermakelaar zo geweldig maken. Ik was bij een mevrouw in Wognum. Zij vertelde mij bij de kennismaking dat zij in het verleden erg betrokken was geweest bij allerlei verenigingen. Ze zat in het bestuur en/of was zeer actief lid. Doordat zij de laatste jaren lichamelijk wat hulpbehoevender werd, is ze hiermee gestopt. Ook merkte ze dat het haar veel tijd en energie kostte om alles bij te houden. Mevrouw gaf aan dat ze dat best moeilijk vond. ‘Je voelt je toch betrokken bij de maatschappij, als je actief deelneemt’, vertelde ze. ‘Nu ik dat niet meer heb, heb ik het gevoel dat ik er niet meer toe doe, snap je?’ Ik knikte begripvol.

Twinkeling
Ik ben zelf ook een zeer actief persoon en ik zou er niet aan moeten denken om dit niet meer te kunnen doen. Ik kon me dus goed voorstellen hoe zij zich voelde. Bij de vraag aan haar wat ze nog wel zou kunnen betekenen, was ze heel stellig. ‘Ik zou het leuk vinden om een student wat te leren op taalkundig niveau. Kijk, ik ben vroeger ook onderwijzeres geweest.’ Terwijl ze dit zegt, vertelt mevrouw honderduit over haar vroegere leven in het onderwijs. Ze veert helemaal op en er ontstaat een twinkeling in haar ogen. Ja, dacht ik, deze mevrouw moet gekoppeld worden aan een student die graag wat verbetering in de Nederlandse taal zou willen.

Enthousiasme
Mijn gedachten gaan ondertussen naar een student die oorspronkelijk uit Eritrea komt. Zij wil heel graag de Nederlandse taal nog beter onder de knie krijgen. Het is voor deze anderstalige studenten best aanpoten om de lesstof te blijven volgen. Daarom is oefenen in de praktijk voor juist deze studenten zo belangrijk. Ik stel mevrouw dan ook voor om eventueel extra Nederlands te leren aan een student die daar behoefte aan heeft en het goed kan gebruiken. Mevrouw veert helemaal op in haar stoel. ‘Meen je dat nu echt? Oh, wat leuk zeg! Waar komt ze oorspronkelijk vandaan? En hoe lang is ze in Nederland?’ Het enthousiasme spatte er vanaf, maar vooral de energie! Hoe geweldig is dat zeg. Iemand in zijn kracht zetten, heet dat geloof ik. Nou dat gebeurde hier, recht voor mijn neus.

Stroopwafels
Een weekje later heb ik haar voorgesteld aan deze student. Ze stond ons al op te wachten bij de voordeur. Eenmaal in de woonkamer stonden de koffiekopjes op de tafel en lagen de koekjes al klaar. ‘Kijk’, zei mevrouw, ‘ik heb speciaal stroopwafels gehaald voor jullie. Als er iets typisch Nederlands is, dan zijn het wel stroopwafels! En, ik ben nog eens goed gaan zoeken in de kasten en heb wat boeken gevonden die ik vroeger als lesmateriaal heb gebruikt. Maar goed….nu eerst maar eens koffie!’

Claudia Heerens

B.E.D.A.N.K.T.

Column #7

Tijdens mijn werk kom ik verschillende klanten tegen in de wijk. Zo bezocht ik, ergens in 2018, een mevrouw in de gemeente Koggenland. Toen ik bij haar aanbelde, werd er na enige tijd opengedaan. Voor mij stond een vrouw met een rollator, die werkelijk zo uit een modeblad had kunnen komen wandelen. Ze droeg een keurig knalroze mantelpak, had haar spierwitte haren netjes gekamd en had ook nog eens bijpassende roze bril. Haar lippen waren netjes gestift in een ook bijpassende kleur. Ik werd verwelkomd met een brede lach en pretoogjes. Ik moet zeggen, ik werd er spontaan vrolijk van.

Ik volgde haar naar binnen en hing mijn jas aan de kapstok. Mijn oog viel op de vele boeken die opgestapeld lagen in de gang. ‘Ja’, zei mevrouw, ‘je hoeft mij niet te vragen wat mijn hobby is. Dat is namelijk lezen!’ Wederom gevolgd door een brede glimlach. Deze vrouw staat midden in het leven, dacht ik nog, hoe fantastisch!

Winkelen en scrabbelen
Nadat ik was voorzien van een kopje koffie vertelde mevrouw dat ze inmiddels 89 jaar was en dat ze graag nog iets zou willen bijdragen aan het onderwijs van de studenten. Ze vertelde me dat ze niet of nauwelijks meer buiten kwam en dat ze dat erg jammer vond. Ze ging graag winkelen. ‘Ik hou van mooie kleding en kijk graag even rond in de winkels. Maar omdat mijn lichaam mij de laatste tijd in de steek laat, ben ik afhankelijk geworden van een rolstoel voor lange afstanden. Dat vind ik verschrikkelijk. Ik zou het daarom fijn vinden als er een student gezellig met mij kon gaan winkelen en ik in ruil daarvoor wat taalles kan geven.’ Toen ik de kamer rondkeek zag ik een doos Scrabble liggen op de keukentafel. ‘Ja, ik zie je wel kijken en ja daar ik ben gek op; een potje Scrabble! Ik speel het vaak. Het is dé manier om nieuwe woorden te leren.’

Bijzonder voor studenten
We zijn inmiddels 4 jaar verder in de tijd. Mevrouw heeft in die 4 jaar in totaal 3 studenten mogen ontvangen. Ze hebben samen gewinkeld en zelfs af en toe een terrasje gepakt voor een lekker drankje. Elke week werd er trouw gescrabbeld, waardoor de woordenschat van de studenten aanzienlijk werd vergroot door dit bordspel. ‘Ze mogen af en toe wel even hun smartphone gebruiken hoor, maar dan alleen om even te kijken of de spelling klopt’, zei ze dan. Onlangs is mevrouw op 93-jarige leeftijd overleden. Het deed me meer dan ik had verwacht. Ik hoop dat ze besefte hoe bijzonder ze was voor de studenten.

Feestje
​​​​​​​Ik heb haar meerdere keren bezocht tijdens het wijkleren. Het was elke keer weer een feestje om te zien dat het leren in de wijk zo goed werkt en het absoluut niet uitmaakt wie je bent, hoe oud je bent, waar je vandaan komt of wat je wilt doen. Het gaat erom dat je ervoor openstaat om wat aan elkaar te leren en dat je respect hebt voor een ieder. De hemel heeft er een prachtige vrouw bij. Ik leg daarom voor haar het laatste scrabblewoord: B.E.D.A.N.K.T.

Claudia Heerens

Met de tijd mee

Column #6

Op een ochtend was ik samen met een student op weg naar een klant in de wijk. Deze mevrouw woont in Hoorn en is 96 jaar. Ze wilde graag een student ontvangen, zodat ze kan leren hoe de iPad werkt. Ik moet zeggen, toen ze mij dat vertelde, werd ik wel even stil. Ben je 96 jaar en dan wil je graag met een iPad leren omgaan, hoe geweldig is dat!

Dikke knipoog
Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik enorm bevooroordeeld was door te denken dat mensen van 96 jaar niet meer met een iPad overweg kunnen. Nou, deze mevrouw had haar iPad op de tafel staan en liet me zien hoe hij aan moest. Toen ze dat deed, kwam een spelletje Patience in beeld. ‘Ja’, zegt ze, ‘dat is echt heel leuk hoor om te doen. Vroeger deed ik dat met kaarten maar we moeten een beetje met de tijd mee hè.’ Ik kreeg een dikke knipoog. ‘Alleen weet ik soms even niet meer hoe hij nu naar home moet.’ Ik kijk haar lachend aan en doe het haar voor. ‘Het zou leuk zijn als er een student komt, die dan met mij op de iPad oefent. Weet je, ik heb helaas geen kinderen mogen krijgen maar ik heb wel hele leuke nichtjes en neefjes en wil graag met hen facetimen. Zo zeg je dat toch?’ Ik knik hevig ja en sta met mijn mond vol tanden. Nog steeds kan ik niet geloven dat een dame van 96 jaar met mij hierover zit te praten. ‘Als de student nu wekelijks komt en met mij samen facetimet dan zou dat heel fijn zijn.’

Best spannend
Zo gezegd zo gedaan. Ik zit dus die bewuste ochtend met de student in de auto op weg naar mevrouw. De student geeft bij het wegrijden aan dat ze het best wel spannend vindt. ‘Natuurlijk is het spannend’, geef ik geruststellend aan. ‘Je gaat naar een wildvreemde mevrouw.’ Ik geef aan dat het voor deze mevrouw net zo spannend is, maar dat ze het geweldig zal vinden als de student op bezoek komt. Ik stel haar ook gerust door te vertellen dat veel studenten haar voor zijn gegaan en het allemaal spannend vinden.

Jong en oud
Toen we aankwamen bij mevrouw, stond de voordeur al op een kiertje. Na een hartelijk ontvangst namen we plaats aan de tafel. Nadat mevrouw en de student zich hadden voorgesteld aan elkaar, vertelde ik aan de student wat mevrouw graag zou willen. Er verschijnt een lach op het gezicht van mevrouw en de student pakt de iPad van haar aan. ‘Kijk,’ zegt de student, ‘als u nu zo en zo doet, dan kunt u hier Facetime vinden. U kunt dan hier naar internet en …’ Ik kijk van een afstandje toe en zie hoe jong en oud naar een iPad zitten te staren. Zich niet meer bewust van wat om hen heen gebeurt, maar verbinding hebben met elkaar. De zenuwen zijn verdwenen en het wijkleren is begonnen.

Claudia Heerens 

Wijkleercentrum in bedrijf

Column #5

Vaak krijg ik de vraag wat het wijkleercentrum nu eigenlijk is. Ik antwoord dan altijd: een praktische manier van opleiden en een fantastisch concept. Dat is een beetje kort door de bocht, maar het is wel waar.

Studenten omarmen
In een wijkleercentrum worden studenten opgeleid tot helpende in de zorg en welzijn. De mensen van de toekomst, die we in de zorg zo ontzettend hard nodig hebben. Dat we een tekort in zorgpersoneel hebben, weet iedereen. Dus is het van belang om de studenten die voor deze opleiding kiezen te omarmen. Dat kan ik niet alleen, dat doen we met een heel team.

In het wijkleercentrum leren studenten niet alleen het vak van helpende, ook leren zij alle competenties die daarbij horen. Eén van die competenties is verantwoordelijkheid. De studenten zijn namelijk zelf verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van een wijkleercentrum. Een wijkleercentrum is eigenlijk een gebouw ergens in de wijk van de gemeente Hoorn, Medemblik of Koggenland. Het gebouw is als een school ingericht, compleet met tafels, stoelen en ook een keuken, wasmachine en dergelijke. De meeste theorie die de studenten krijgen, wordt direct in de praktijk toegepast. Hebben de studenten net les gehad in hoe je ramen moet lappen, wordt vervolgens het hele wijkleercentrum voorzien van een compleet gewassen raampartij. Het voordeel is dat er tijdens deze handeling meerdere competenties worden meegenomen, waar ze soms zelf niet eens erg in hebben. Denk dan aan communicatie, initiatief nemen, kwaliteitsgericht handelen, noem maar op.

Feedback, communicatie en verantwoordelijkheid
Ik heb wel eens hele discussies meegemaakt tussen drie studenten over wanneer je nu welk doekje moet gebruiken. Nu zal je wel denken, waar maken ze zich druk over? Maar het gaat erom dat ze leren elkaar feedback te geven, te communiceren en verantwoordelijkheid te nemen. Die dingen die oh zo belangrijk zijn als je werkt in de zorg. En natuurlijk zijn er ook studenten bij die helemaal geen zin hebben om voor de zoveelste keer een afwasmachine uit te ruimen of wc schoon te moeten maken. Maar ook dat hoort erbij. Zo geven we de studenten mee dat het belangrijk is om zelf verantwoordelijkheid te voelen, hoe je de situatie voortaan achterlaat.

Dus als ze straks als helpende werken, kijk dan even achterom nadat je klaar bent, zodat je het netjes achterlaat voor je collega. Gelukkig zijn er ook altijd leuke activiteiten zoals bakken. Het voordeel hiervan is, dat er tijdens de koffiepauze dan een heerlijke pizza voor iedereen klaarstaat. Ach, het zal iedereen een zorg zijn!

Claudia Heerens

Soms is het leven niet makkelijk

Column #4

Het is rond 10 uur in de ochtend. Tijd voor een bakje koffie. Terwijl ik deze inschenk, gaan mijn gedachten al naar mevrouw M. toe, die waarschijnlijk hetzelfde aan het doen is. Het enige verschil is dat zij er al een hele ochtend op heeft zitten. Mevrouw M. heeft namelijk sinds een klein jaar de diagnose Parkinson gekregen.

Stijve benen
Toen ik haar in september vorig jaar bezocht, vertelde ze mij dat zij op een ochtend in maart ineens stijve benen had. Ze schreef het toe aan de grote wandeling die ze 3 dagen daarvoor gemaakt had, toen ze 16 kilometer had gelopen met een vriendin. Wandelen was haar geliefde hobby. Ze kreeg in die week steeds stijvere benen en begon er ook een beetje doorheen te zakken. Tijd om maar even langs de huisarts te gaan. Die vertrouwde het niet. Ze werd doorgestuurd. Een week later kreeg ze de uitslag: U heeft de ziekte van Parkinson.

Ander wandelmaatje
En daar zat ik dan op een gegeven moment bij mevrouw op de koffie. Inmiddels was de ziekte in een half jaar tijd zo gevorderd, dat ze achter een rollator kleine stukjes door haar huis kon lopen. Het is dan wel even slikken als je weet dat deze mevrouw dus een half jaar daarvoor nog wekelijks 15 tot 20 kilometer aan het wandelen was. Ik was daar op de koffie omdat mevrouw had aangegeven het wel gezellig te vinden om iemand anders over de vloer te krijgen dan haar zoon. Ook wilde ze het wandelen niet opgeven en zou ze graag met iemand lopen die het niet erg vond haar tempo aan te houden. De vriendin waar ze wekelijks afstanden mee liep, heeft een ander wandelmaatje gevonden. Terecht, zegt mevrouw. Maar ik zie aan alles dat het haar pijn doet.

Goede band
Ik heb haar toen gekoppeld aan een lieve student. Deze student kwam wekelijks bij mevrouw. Ze gingen dan zoals afgesproken even een rondje om en de student verzorgde de koffie en thee. Ook deed de student wat kleine huishoudelijke klusjes. Sinds afgelopen kerst mocht de student niet meer bij mevrouw M komen. Dit uit voorzorg, maar ook omdat het gewoon te risicovol is met de oplopende coronabesmettingen. Terwijl ik met mijn vers bakkie koffie aan tafel zit, tik ik het telefoonnummer van mevrouw M. in. Met lood in mijn schoenen moet ik haar gaan vertellen dat de student, met wie mevrouw inmiddels een goede band heeft opgebouwd, is gestopt met de opleiding. Ook na de lockdown komt zij niet meer terug.

Afscheid
Mevrouw M. neemt de telefoon op en ik vraag uiteraard eerst even hoe het met haar gaat. Ze geeft aan dat het gaat. Haar benen willen niet meer, vertelt ze. ‘Dat vind ik echt het ergste. Ik kom niet meer vooruit, letterlijk. Als de deurbel gaat, dan duurt het echt wel 10 minuten voordat ik de deur kan openen. Maar goed, het is maar zo, er is niks aan te doen’. Ze vraagt direct wanneer de student weer komt. Ik vertel haar dat de student gestopt is met de opleiding en dat ze dus helemaal niet meer komt. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Dat is jammer’, zegt mevrouw M. ‘Het was echt een heel aardig meisje. Wat gaat ze nu doen?’ Ik geef aan dat ik dat helaas niet weet. Ik vertel haar dat ik de student wel nog vraag om haar te bellen om afscheid te nemen. Mevrouw geeft aan dat ze dat fijn zou vinden. ‘We hebben toch mooie gesprekken gehad’. Meteen daarna vraagt mevrouw of ze weer een nieuwe student krijgt, wanneer het weer mag. Ik had van te voren gekeken of er nog een student voor haar beschikbaar was. Die is er gelukkig. Mevrouw vertelt dat ze het een mooi concept vindt en dat ze er naar uitkijkt wanneer er weer een student komt.

‘Ik zit anders ook maar zo alleen hier in dit grote huis.’

Claudia Heerens

Hobby's

Column #3

'We zijn alweer een aantal weken onderweg sinds de eerstejaars studenten gestart zijn in één van de wijkleercentra. Omdat we nu drie wijkleercentra in verschillende gemeentes hebben, cross ik sinds augustus heen en weer tussen deze drie locaties. Mijn missie in de eerste weken is om de studenten zo goed mogelijk te leren kennen. Dit is belangrijk omdat ik ze straks ga matchen met iemand in de wijk.

Netflixen & chillen
Het matchen van studenten met bewoners in de wijk doe ik zoveel mogelijk op basis van gedeelde interesses. Daarom ben ik met de studenten gaan speeddaten. Tijdens zo’n date vraag ik de student wat hij/zij hiervoor voor opleiding heeft gedaan, wat hij/zij later mogelijk wil worden en met welk doel de student de opleiding doet. Ook vraag ik naar de hobby’s en interesses. En dan is er iets wat me opvalt. Ik kan je vertellen dat ruim 80% van de studenten dezelfde hobby’s heeft: Netflixen, chillen met vrienden, internetten en bankhangen. Ik moet tijdens deze gesprekken wel inwendig lachen omdat ik het bijna al zelf ga invullen voor bijna iedere student.

Haken & puzzelen
Nu kun je je afvragen waarom het me dan opvalt. Nou, dat is omdat ik ook de mensen in de wijk bezoek, die graag ondersteuning zouden willen van een student. Het grootste deel van deze klanten is 80+. Tijdens deze bezoeken vraag ik eigenlijk hetzelfde. Ik vraag o.a. hoe hun leven er vroeger uitzag, waar ze op dit moment ondersteuning bij nodig denken te hebben en wat de student dan voor hen zou kunnen betekenen. Ook vraag ik aan deze klanten wat hun hobby’s en interesses zijn. Ik hoor dan regelmatig: kantklossen, breien, haken of een kruiswoordpuzzel maken. En nu komt het: de student en de klant in de wijk hebben helemaal geen gedeelde hobby’s of interesses! ​​​​​​​

Leren van elkaar
Ik heb nog geen klant in de wijk meegemaakt die aan het Netflixen is, chilt met vrienden, op de bank hangt of als hobby aan het internetten is. Maar andersom ook niet! Studenten zijn niet aan de kruiswoordpuzzels, aan het breien of haken en al helemaal niet aan het kantklossen. Er ligt dus een grote uitdaging voor mij. Maar het leuke aan alles is, dat zowel de studenten als de klanten wel de hobby’s zouden willen leren van en aan elkaar. Dus…de studenten gaan bij de klanten leren breien en de klanten gaan leren internetten. Wat heerlijk zo een win-win situatie!'

Claudia Heerens

Dat ding

Column #2

In onze wijkleercentra in Koggenland, Medemblik en Hoorn geven studenten van de opleiding Helpende Zorg & Welzijn lichte ondersteuning aan de wijkbewoners. Zij brengen hun opleiding direct in de praktijk. Claudia Heerens is als wijkleermakelaar de schakel tussen wijkbewoners, studenten en gemeente. In haar maandelijkse column deelt Claudia wat zij meemaakt met studenten en cliënten in de wijkleercentra van het Horizon College. 

De muziek van André galmt door het huis. Ik ben zojuist aangekomen bij meneer De Vries*. Toen ik aanbelde, deed hij na enige tijd de voordeur open en vroeg galant of hij mijn jas kon aannemen. In de woonkamer komen de vrolijke muzieknoten van André Hazes mij tegemoet.

Lol
‘Ja’, zegt meneer De Vries, ‘dat is handig hè, zo’n hulpje! Ik hoef maar te roepen speel André Hazes en Google doet het!’ Ik zie een stralende man naast mij staan. Meneer De Vries is 86 jaar, heeft nog maar voor 10% zicht en zijn handen en benen zijn erg pijnlijk. Hij is sinds twee jaar weduwnaar. Doordat meneer zeer slechtziend is, heeft hij allerlei hulpmiddelen in huis. Zo heeft hij een enorm apparaat op tafel staan, een soort vergrootglas, zodat hij de krant kan lezen. Ook heeft hij een aangepaste afstandsbediening en staat er een stoel pal voor de tv zodat hij toch een beetje de dingen op tv kan volgen. ‘Ik kan de ondertiteling niet lezen, maar aan mijn oren mankeert niks!’

Nu vertelt meneer dat hij dat ding van zijn dochters heeft gekregen. ‘Ik kan er zelfs mee bellen!’ Hij roept spontaan: ‘Google, bel Claudia!’ en prompt voel ik wat trillen in mijn tas. Meneer heeft de grootste lol en ik moet toegeven, de lach werkt aanstekelijk.

Hulp
Als we aan de koffie zitten, die ik voor ons heb gezet, vraag ik aan meneer hoe het gaat. ‘Eigenlijk niet goed’, zegt hij. ‘Ik ben wel heel blij dat ik nog zelfstandig mag blijven wonen, nadat mijn vrouw is overleden. Dat kan omdat ik hulp heb.’ Sinds twee jaar komt er wekelijks een student van het wijkleercentrum en komen de twee dochters, die elders in het land wonen, afwisselend langs. Ook komen dagelijks de meiden van de thuiszorg. ‘Alleen heb ik nu te horen gekregen dat de meiden van de thuiszorg niet meer onder de middag mogen komen om samen mijn maaltijd klaar te maken. Dat mag niet volgens de indicatie.’

Verdrietig
Ik zie dat meneer de tranen in zijn ogen krijgt. ‘Wat ik niet begrijp is dat men niet snapt dat het meer is dan een maaltijd bereiden. Het is voor mij het beste moment van de dag. Er komt iemand op bezoek, we maken een praatje en maken samen de maaltijd. Ik kan dat echt niet alleen. Ik schenk mijn melk naast mijn glas, kan niet zien of producten nog goed zijn of over de datum. Wat een ellende. Ik weet het niet meer. Ik ben zo blij dat mijn dochters en de student komen. Dan heb ik in ieder geval drie dagen in de week iemand die me bij de maaltijden helpt en het eten klaarzet voor de avonden.’

Ik kijk naar meneer en zie een verdrietig iemand, die probeert van iedere dag een feestje te maken. Op de achtergrond klinkt André Hazes ♫Ik heb de zomer in mijn bol ♫

​​​​​​​Tja, helaas kan dat ding hier niet in ondersteunen.

Claudia Heerens

​​​​​​​​​​​​​​*Meneer De Vries is een fictieve naam, de echte naam is bij Claudia bekend.

Zin in!

Column #1

‘Het is toch wel weer even opstarten na zo’n heerlijke vakantie. Het is maandagochtend vroeg en ik maak me klaar om naar het wijkleercentrum Hoorn te gaan. Dit centrum is vorig schooljaar geopend en vandaag komen de eerste nieuwe studenten er aan. Best spannend voor hen.

Nuttig voelen
Terwijl ik mijn lunch in mijn keuken maak, bedenk ik dat ik deze studenten straks allemaal ga voorbereiden om de wijk in te gaan. Die verwachtingsvolle gezichten te zien wanneer ik vertel hoeveel zij kunnen betekenen voor mensen die zo kwetsbaar zijn. Kwetsbaar omdat ze echt eenzaam zijn en soms zeven dagen in de week niemand anders zien dan het zorgpersoneel. Of omdat ze een lichamelijke en/of geestelijke ziekte hebben, dat ze niet meer buiten (durven) komen. Of omdat ze ‘gewoon’ er weer toe willen doen, zich nuttig willen voelen in de maatschappij.

Mooie match
De nieuwe studenten hebben geen idee wat er allemaal achter die voordeuren afspeelt. Ik inmiddels wel. Ik weet nu wie die kwetsbare mensen zijn en wat hun verhaal is, omdat ik al bij ze op huisbezoek ben geweest. Ze wachten geduldig totdat ik de studenten een beetje ken en een mooie match kan maken en ze ga verblijden met een wekelijks bezoekje van een student.

Wees jezelf
Ik doe mijn brood in mijn tas, doe mijn jas aan en stap in de auto. Onderweg bedenk ik dat er ook dit keer weer studenten zullen zijn, die zich afvragen wat ze dan zoal moeten doen bij de bewoners. Ik antwoord dan altijd: ‘Wees gewoon jezelf en doe waar jullie allebei gelukkig van worden’. Het klinkt simpel, maar we denken vaak veel te moeilijk. Als ik tegen de studenten zeg dat ze gaan ondersteunen in de wijk, denken ze gelijk aan flink de handen uit de mouwen steken en het zweet op de rug. Dat mag natuurlijk best :) maar dat is niet helemaal de bedoeling. Het zit hem in de kleine simpele dingen van samen een kopje koffiedrinken, wandelen of de krant voorlezen. Aandacht voor elkaar, genieten van elkaars gezelschap, het gevoel geven dat het leven waardevol is.

Stralende gezichten
Ik heb er weer enorm veel zin in. Zin in de stralende gezichten van de ouderen als ik binnenkom voor de evaluatie met de student. Zin in de gemotiveerde studenten die het doel hebben iemand te helpen. Zin in om samen met fantastische collega's, dit concept voor de derde keer uit te rollen!’

Claudia Heerens